In de loop der jaren sloten steeds meer brouwerijen hun deuren. De paters werden oud en sommige congregaties sloten her en der hun vestigingen. Met de sluiting van de abdijen verdwenen ook veel bieren. In de dorpen kwamen kleine brouwerijen in handen van de grote spelers. Ook zij doofden het vuur onder hun ketels en verdwenen. In 1940 bleven er nog iets meer dan 1000 Belgische brouwerijen over. Maar zelfs daarna ging het nog steil bergafwaarts.
De laatste jaren zien we echter een heropleving van het Belgische bier. In binnen- en buitenland neemt de belangstelling opnieuw toe. In eigen land is dat onder meer ook te danken aan de vele chefs die Belgisch bier in hun keuken gebruiken. In het buitenland stond de goede naam van Belgisch bier nooit ter discussie.
Bierliefhebbers waar ook in de wereld zijn zeer nieuwsgierig en staan open voor vernieuwing. Of voor herbronning in de traditie. Vooral de donkere en tripelbieren slaan aan. Broeder Jacob is een kind van deze tijd. Het is een bier met een speels en jong karakter. Het heeft een aparte smaak, waardoor het net buiten het gekende valt en de platgetreden bierpaden verlaat.
Bierliefhebbers zijn vooral gefascineerd door de donker moutige afdronk van Broeder Jacob Bruin. Terwijl de Tripelvariant opvalt door zijn zachte en volle smaakpalet, een verfrissende combinatie van zoet en bitter.
Met Broeder Jacob is een nieuw couplet geschreven aan de nimmer voltooide symfonie van het Belgische bier. Geniet ervan…